Bunco wordt gespeeld met 3 zeszijdige dobbelstenen gedurende zes rondes. Spelers verdienen punten door elke ronde met 3 dobbelstenen te gooien. Elke ronde heeft een doelnummer dat moet worden gegooid (hetzelfde als het rondenummer) en spelers verdienen 1 punt voor elk doelnummer dat wordt gegooid.
Spelers gooien 3 dobbelstenen zolang ze een of meer punten scoren. Als alle drie de dobbelstenen hetzelfde getal hebben dat gelijk is aan het ronde getal, wordt dit een "bunco" genoemd die 21 punten waard is. Als alle drie de gegooide dobbelstenen hetzelfde zijn, maar niet het ronde getal, dan wordt het "mini-bunco" genoemd, wat 5 punten waard is. Wanneer een speler er niet in slaagt om het doelnummer voor de ronde of een mini-bunco te gooien, wordt de beurt doorgegeven aan de volgende speler.
Elke ronde is voorbij zodra een speler 21 of meer punten heeft gescoord. De speler die de meeste rondes wint, wint het spel.