Onder meer door middel van gedichten, gezangen, brieven aan zijn vriend en collega Peter Terrin, woeste preken, jeugdherinneringen, bespiegelingen over Johnny Cash, polemische dromen, waargebeurde reisverhalen en ingetogen dagboekfragmenten brengt de voormalige romanschrijver in Tot God verslag uit van deze stap.
Onze eigen schuld was dat, overigens, die verbanning uit de Hof van Eden, onze grote schuld, die wij allemaal, heel democratisch, met elkaar gemeen hebben en delen, zonder aanzien des persoons, zowel de mannen als de vrouwen. Maar ik dwaal af, vrees ik, ik vrees het echt. Ik moet je iets anders vertellen. Ik stel het uit, maar het moet – er is iets gebeurd