Het titelverhaal neemt de lezer mee naar een plek waar genezing en beproeving elkaar kruisen. Een ziekenhuis dat, eenmaal de deuren gesloten, verandert in een toneel van verlangen, discipline en extase. Daar wordt het lichaam niet alleen onderzocht, maar ook verleid en uitgedaagd, tot aan de rand van pijn en genot.
Hij herkende haar al van ver, het haar los in de wind, een glimlach die hem altijd weer ontwapende. Maar zodra de jas langs haar schouders gleed en het koude licht van de behandelkamer hen omgaf, veranderde de vertrouwdheid in iets onherroepelijk anders. Het koude staal onder zijn huid, de riemen die zijn polsen en enkels omklemden, haar laarzen die speelden met zijn ademhaling – tussen zijn kreunen lag een stilte die even dreigend als bedwelmend was.
Zo verweeft deze bundel tederheid en intensiteit, liefde en gevaar. En telkens blijft er na de laatste zin een siddering achter – een geheim dat zacht op de huid blijft branden.