Het titelverhaal volgt Eva, een jonge vrouw op zoek naar vrijheid in een stad die haar hart evenveel uitdaagt als het haar aantrekt. Tussen de neonlichten, de gevaren van de nacht en de verborgen verlangens van de mensen om haar heen, zoekt ze naar een manier om haar leven in eigen handen te nemen – en ontdekt onderweg de dunne lijn tussen overleven en volledig leven.
Eva slalomde tussen de kraampjes en afgesloten cabines, haar lange, donkere haar glanzend in het schemerige licht van de markt. Elke stap, elk ontwijken van een patrouille of een hovercraft, voelde als een klein spel van gevaar en opwinding. Terwijl ze de spiraalvormige trap van de lanceertoren beklom, voelde ze haar spieren branden en haar hart wild bonken van inspanning én anticipatie. De dunne, frisse lucht op de top sloeg haar in het gezicht, bracht haar bijna in duizeling, maar ook in een staat van intense alertheid. Ze wist dat alles wat ze deed geladen was met risico’s, en juist dat risico vulde haar met een elektrische spanning die ze nooit eerder had gevoeld. Elke ademhaling was een mengeling van angst, kracht en een hunkering naar iets dat groter was dan haar huidige bestaan.
En terwijl ze daar stond, op het randje tussen hemel en aarde, tussen gevaar en vrijheid, voelde ze een diepe, onverzettelijke drang die fluisterde dat sommige verlangens alleen bestaan om gevolgd te worden.