Het titelverhaal, De zweep, begint met een vergeten object, weggestopt in een kast: een suède leren zweep, ooit gekocht in een doodlopende relatie. Wanneer Katie’s nieuwe geliefde, de precieze en beheerste Julian, dit stuk verleden onverwacht in handen neemt, verschuift hun verhouding. Zijn keurige façade barst open, en een nieuwe dynamiek ontvouwt zich: bevelend, spelend, dwingend én doordrenkt met verlangen.
Ze ziet hem staan, zijn hemd open, de zweep losjes tegen zijn dijen. Zijn stem is zacht maar onverbiddelijk: “Doe ze uit. Alles.” Haar blouse glijdt van haar schouders, haar adem stokt. Het tikken van het leer tegen zijn huid is even erotisch als de blik in zijn ogen: streng, maar doordrongen van liefde en geduld. In de stilte tussen hen trilt de belofte van iets nieuws – gevaarlijk, verleidelijk, onontkoombaar.
Met De zweep legt Mia Graf een reeks verhalen neer die de lezer meenemen naar de plek waar liefde en lust elkaar raken, waar spel ernst wordt, en waar overgave een bron van vrijheid blijkt.
Wie de zweep durft vast te houden, voelt hoe diep verlangen kan snijden.